Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Evenwicht folieconstructie

Artikel nr. 235

Het niveau van de folieconstructie moet zo gekozen worden dat deze in evenwicht is. Anders zal het grondlichaam niet stabiel zijn. De stabiliteit van het grondlichaam en de mogelijkheid van afglijden over de folie dient, zowel voor de tijdelijke als definitieve situatie te worden gecontroleerd.

 

De stabiliteit dient bij voorkeur te worden gecontroleerd met een Eindige Elementen Methode berekening. Deze methode heeft ten opzichte van traditionele stabiliteitsanalyses, zoals de methode Bishop of Spencer, de volgende voordelen:

  • Bij de methode Bishop en Spencer moeten eventuele afwijkende waterspanningen door ontgraving worden ingevoerd. Bij de EEM worden de waterspanningen berekend.
  • Bij de methode Bishop en Spencer worden de mogelijke glijvlakken van te voren gedefinieerd. Bij de EEM wordt het maatgevende glijvlak berekend.

 

Bij het berekenen met EEM is het mogelijk dat in de berekening boogwerking ontstaat. Indien er twijfels zijn of deze boogwerking in de praktijk optreedt of verstoord kan worden is de berekening met EEM te gunstig. In zo’n geval kan controle met traditionele stabiliteitsanalyses de voorkeur hebben.

Figuur 235.1 - Mechanisme evenwicht folieconstructie