Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Als tussen twee aansluitende tunnelelementen verschil in zetting kan ontstaan, moet het constructief ontwerp zodanig zijn dat geen schade kan optreden. figuur 84.1 geeft het geval weer dat door zetting van tunnelsegment A schade ontstaat aan tunnelsegment B. De tandoplegging van het segment wordt extra belast waardoor deze kan afscheuren, zie figuur 84.2.

Figuur 84.1 - Verhindering vervorming bij verschilzakking tussen tunnelsegmenten

 

Figuur 84.2 - Gescheurde tandoplegging door verschilzetting

 

 

De eerste maatregel om dit te voorkomen is het voldoende wapenen van de tanden/kragen opdat bij eventuele scheurvorming de scheurwijdte beperkt blijft. Hierdoor wordt het risico op lekkage, waarbij zand uit de ondergrond meegevoerd wordt, kleiner.

Door de constructie op palen te zetten is geen verdeuveling meer noodzakelijk. De tanden kunnen dan ook niet meer afbreken (koude haakse voeg).