Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Beton storten

Artikel nr. 654

Beton komt in de meeste gevallen in truckmixers aan op het werk. Een gemiddelde vracht is circa 12 m3. Vóór de stort wordt op het werk vooral visueel gecontroleerd of de afgeleverde betonspecie voldoet aan de gestelde eisen. Ook wordt de afgeleverde betonspecie gecontroleerd aan de hand van de leveringsbon. Daarbij wordt vooral gelet op de ouderdom van de betonspecie en of het mengsel juist is (via mengselcode of de sterkteklasse, milieuklasse, cementgehalte e.d.). In geval van twijfel aan de verwerkbaarheid wordt ter controle de zetmaat en/of schudmaat bepaald. Correctie mag alleen door de centrale worden uitgevoerd omdat deze als enige alle doseringsgegevens tot in detail kent en in verband met garanties.

Globaal kan de werkvolgorde bij het storten van een tunnelvloer er als volgt uitzien:

  • Betonnen werkvloer storten en laten verharden.
  • Paalkoppen klaarmaken.
  • Uitzetten en stellen bekisting (kopkist en zijkist) vloeren.
  • Aanbrengen wapening, koelbuizen en in te storten onderdelen. Stellen voegprofiel inclusief injectieslangen.
  • Schoonmaken te storten gedeelte met hoge druk water of lucht. Hiervoor worden spoelluiken opgenomen in de zijkist.
  • Controle maatvoering.
  • Beton storten en tegelijkertijd verdichten d.m.v. trilnaalden.
  • Afwerken van de betonoppervlakken. Kimmen voorzien van oppervlaktevertrager en later cementhuid verwijderen m.b.v. hogedrukreiniger.
  • Tijdens verharding voorkomen van uitdroging van het betonoppervlak d.m.v. curing compound.
  • Tijdens verharding koelen (indien nodig).
  • Ontkisten.

Beton storten is mogelijk middels een kubel, betonpomp met slang (verpompen) of stortgoot (alleen bij geringe valhoogte). Bij tunnelbouw wordt een kubel nauwelijks nog gebruikt, omdat de te verwerken hoeveelheden te groot zijn, waardoor het storten lang zou duren. Beton storten vanaf grote hoogtes kan leiden tot ontmenging en luchtinsluitingen. In voorkomende gevallen kan gebruik worden gemaakt van een betonpomp met stortkoker of stortzak. Een betonpomp wordt ook vaak gebruikt omdat de arm van een betonmixer vaak te kort is voor de grote afmetingen bij tunnelbouw.

Het storten moet voor elk onderdeel ononderbroken doorgaan. Tijdens het storten moet het beton goed worden verdicht, meestal met trilnaalden. De hoogte wordt tijdens het storten met een laser gecontroleerd. Circa een uur na het storten wordt naverdicht met een vibrerende rei, waarbij de vloer direct op niveau wordt gebracht.

Bij een cut-and-cover tunnel kan ook uitvulbeton toegepast worden op de voer om het nodige profiel van het wegdek te verkrijgen. Met name bij tunnels waarbij de dwarsverkanting niet constant is en zelfs verkantingsovergangen aanwezig zijn, vergemakkelijkt dit de uitvoering van de constructieve vloer aanmerkelijk.

Figuur 654.1 - Betonstort

Het storten van de wanden en het dak kan er als volgt uitzien:

  • Stortnaad schoonmaken en cementhuid verwijderen.
  • Aanbrengen wapening, in te storten onderdelen en koelbuizen. Stellen van de kopschotten en voegprofiel, inclusief injectieslangen.
  • Stellen van de tunnelbekisting.
  • Schoonmaken te storten gedeelte met hoge druk water of lucht.
  • Controle maatvoering.
  • Storten beton (bijvoorbeeld met betonpomp en slang) en tegelijkertijd verdichten van het beton d.m.v. trilnaalden.
  • Afwerken van de betonoppervlakken en eventuele stortnaden voorzien van oppervlakte-vertrager.
  • Tijdens verharding voorkomen van uitdroging van het betonoppervlak d.m.v. curing compound.
  • Tijdens verharding koelen van de wanden (indien nodig).
  • Ontkisten.

Voor wandkisten is het belangrijk dat de maximaal toelaatbare betonspeciedruk niet mag worden overschreden. In het algemeen kan een maximale stijgsnelheid van circa 1 m/u worden aangehouden om de mortel voldoende tijd te geven om op te stijven. Om een goede verdichtingsmogelijkheid te creëren wordt in lagen van bijvoorbeeld 0,50 m gestort. E.e.a. uiteraard afhankelijk van betonmengsel, bekisting en andere project-specifieke aspecten.

Tijdens en na het storten moeten de volgende zaken worden gecontroleerd:

  • controle storten beton, wijze van storten, stijgsnelheid etc.;
  • scheurwijdtecontrole;
  • maatvoeringscontrole betonwerk.

Bij het ontwerpen en uitvoeren van de betonvorm alsmede de bekisting, wapening, sparingen en in te storten onderdelen dient rekening te worden gehouden met de toegankelijkheid voor de stortkoker en trilnaald. Om grindnesten, holten of luchtinslutingen onder sparingen of inkassingen te voorkomen, kunnen stortbuizen door de sparing heen of stortluiken worden opgenomen. In twijfelgevallen is een proefstort aanbevelingswaardig.

Figuur 654.2 - Onvoldoende voorziening voor toegankelijkheid beton onder sparing

Bij hoge wapeningsconcentraties en andere slecht bereikbare locaties kan er worden overwogen om in overleg met de betontechnoloog de verwerkbaarheid van het beton te vergroten. Ook kan er worden gedacht aan het toepassen van een trilkist of zelfverdichtend beton.

Vanuit het ontwerp kunnen veel van deze problemen al worden voorkomen. Een voorbeeld hiervan is het zoveel mogelijk voorkomen van horizontale oppervlakken (onderkant sparingen, in te storten staalplaten etc.) waaronder beton gestort moet worden. Dichte wapeningsnetten kunnen vaak worden voorkomen door bijvoorbeeld de lassen verder weg te leggen, andere staafdiameters te gebruiken of meerdere lagen toe te passen.