Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Bij de ontsluiting van de bouwplaats is het van belang dat bij in- en uitrijden van het verkeer op de weg van waaraf ontsloten wordt zo min mogelijk hinder ondervindt. De afstand tussen de weg en afscherming van het terrein en/of de toegangspoort dient voldoende opstellengte te bieden aan de voertuigen die er gebruik van gaan maken. Door het combineren van de in- en uitrit wordt hinder op de aansluitende weg tot een minimum beperkt. Dat houdt wel in dat voertuigen op het terrein moeten kunnen keren. Voor de ontwerper zijn tools beschikbaar waarmee een rijcurve kan worden gesimuleerd, ook desgewenst in 3D. Voor een in- en uitrit naar de openbare weg is een vergunning nodig. De vergunningverlener zal willen weten wat de intensiteit van de in- en uitrit zal zijn om aan de hand daarvan ook de voorwaarden te kunnen bepalen.