Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

CUR Rapport 2004-1 [93] geeft richtlijnen voor de begaanbaarheid van bouwterreinen. Bij tunnelbouw vindt opslag en transport van relatief zwaar materiaal plaats. Gebruik van het beschikbare terrein zonder verharding is vrijwel uitgesloten. Door het toepassen van de juiste verhardingsconstructie zal gedurende het hele werk herstelwerk niet of nauwelijks nodig zijn. Van belang is dat op het terrein geen wateroverlast kan ontstaan. Daardoor zal tijdens vorstperioden de kans op gladheid sterk verminderd worden. Voldoende afwatering en drooglegging zijn niet alleen van belang i.v.m. wateroverlast maar ook voor de verhardingsconstructie. Bij een lange natte periode zal de ondergrond verzadigen, de draagkracht verminderen en daardoor zal de belasting van het werkverkeer en materialenopslag schade veroorzaken aan de verhardingsconstructie.

Tabel 525.1 - Toe te passen materialen met gewenste opbouw, ervan uitgaande dat de ondergrond van het terrein niet uit zand bestaat

Toplaag Puingranulaat 0,40 m Betonklinkerkei Rijplaten Industrieplaten (Stelcon) Asfalt 0,08 m
Onderliggende lagen wegendoek 0,50 m zand 0,50 m zand 0,30 m zand 0,25 m puingranulaat
maaiveld wegendoek maaiveld wegendoek 0,50 m zand
  maaiveld   maaiveld wegendoek
        maaiveld
Tabel 525.2 - Voor- en nadelen van de verschillende constructies

Puingranulaat

Klinkers

Rijplaten

Industrieplaten

Asfalt

Aanleg / aanlegkosten

++

+

Weerstand tegen wringing verkeer

+/-

+/-

+

++

+

Weerstand tegen puntbelasting

+

++

+/-

Waterdoorlatendheid

+/-

+

Herstelkosten

+

+/-

+