Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Werkvloer

Artikel nr. 651

De werkvloer van een cut-and-cover tunnel is meestal een betonlaag aangebracht op de onderwaterbetonvloer, al dan niet met een uitvullaag van zand ertussen. Betonkwaliteit C12/15 is vaak voldoende. Er worden doorgaans geen sterkte-eisen aan gesteld, wel eisen m.b.t. verwerkbaarheid. In verband met de onvlakheid van de onderwaterbetonvloer en uitvoeringstechnische beperkingen moet een betonnen werkvloer minimaal 50 mm, meestal circa 80 mm dik en zijn. Meestal wordt deze gestort met een betonpomp. Hoogtemaatvoering gebeurt met een roterende laserwaterpas en een baak met optische opnemer. Ook kan de werkvloer worden gecreëerd door middel van vloeien om voldoende vlakheid te behalen. Het vloeien gebeurt met een celbetonpomp. De hoogte kan ook worden bepaald met behulp van maatstrepen op de kuipwand of piketten die vooraf zijn uitgezet.