In dit artikel worden veel voorkomende begrippen binnen de tunnelbouw verklaard, evenals typen wegconstructies. De weergave van de definities sluit zo dicht mogelijk aan op de officiële weergave volgens de Van Dale. De bijbehorende tekeningen geven schematisch aan hoe de constructie eruit kan zien.
De tunnels die in dit handboek worden behandeld kunnen naar type gebruik worden ingedeeld in railtunnels en wegtunnels.
-
Met railtunnels worden zowel lightrail- en tramtunnels als spoortunnels voor treinverkeer bedoeld (zie voor een nadere specificatie van deze definities ook Veiligheidsregelgeving railtunnels).
-
Met wegtunnels worden zowel tunnels in autosnelwegen als in niet-autosnelwegen aangeduid. In sommige bronnen wordt ook de definitie ‘verkeerstunnel’ gebruikt, daarmee wordt in het algemeen hetzelfde bedoeld als ‘wegtunnel’.
(Gedeeltelijk) omsloten wegconstructies zijn naar geometrie in groepen onder te verdelen. Elke groep heeft zijn eigen specifieke veiligheidsaspecten met de daarbij behorende inrichting. De groepen wegconstructies zijn:
-
lange gesloten constructies – tunnels;
-
korte gesloten constructies;
-
gedeeltelijk gesloten constructies;
-
zijwaarts afgesloten constructies.