Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Langshellingspercentage

Artikel nr. 21

Ten aanzien van het langshellingspercentage komen achtereenvolgens aan de orde:

  • de wegcategorie;
  • de relatie tussen hoogte­verschil en som van de holle en bolle boog;
  • de relatie holle boog en bodembreedte vaarweg;
  • het vervoer van gevaarlijke stoffen;
  • de wijze van aangeven van het hellingspercentage;
  • de kosten;
  • het snelheidsverval versus de verkeersveiligheid.

Wegcategorie

Het langshellingspercentage als functie van de wegcate­gorie bedraagt:

  • wegcategorie III: 4 %
  • wegcategorie IV: 5 %
  • wegcategorie V: 5 %
  • wegcategorie VI: 6 %

In heuvelachtig gebied kunnen hogere percentages voorkomen (maximaal 12 %).

Relatie tussen hoogte­verschil en som van de holle en bolle boog

Het hellingspercentage dat maximaal mogelijk is, kan worden berekend met behulp van onder­staande formule:

waarin:

p = het maxi­maal mo­ge­lijke hel­lings­per­cen­tage (%)
Rh + Rb = de som der boogstra­len van de hol­le en bolle ­boog (m)
D H = te overwin­nen hoog­te­ver­schil (m)

Relatie holle boog en bodembreedte vaarweg

Bij brede vaarroutes, waarbij aanpas­sing van het bodemprofiel bezwaarlijk is, zou eventueel als alternatief ont­werp een min of meer horizontaal gedeelte in het dieper gelegen deel van de tunnel kunnen worden overwo­gen.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Bij vervoer gevaarlijke stoffen door tunnels wordt aanbevolen om aan te houden:

waarin:

l = het langshel­li­ngs­per­centage
d = het dwars­hellings­percentage
b = de breedte tus­sen de geleideprofielen (m)

Deze formule wordt pas relevant bij zeer grote breedte tussen de geleide­profielen.

Wijze van aangeven van het hellings­percentage

Voor de mini­mumsnel­heid in de op­gaande helling is niet het maximale hellingspercentage be­palend maar het gemiddelde hellingspercentage. Er geldt:

waarin:

p = hellingspercentage
h = hoogteverschil (m)
L = lengte van de helling (m)

Kosten

Een gunstig effect op de kosten is het ver­groten van het gebrui­kelijke hel­lingspercen­tage van 4,5 % tot het maximaal mo­gelijke per­centage op basis van ruimtelijke mogelijkhe­den en zicht­criteria. Bij hellingspercentages > 6 % neemt de ver­keersveiligheid af. Bij het vergroten van het gebruikelijke hellingspercentage van 4,5 % zal wel bij ontwerpsnelheden van 100 en 80 km/h een extra verlaging van de rijsnel­heid optreden van circa 3 tot 8 km/h.

Snelheidsverval – Verkeersveiligheid

Voor de toename van pae’s (per­sonen-au­to equivalen­ten) voor vracht­au­to’s zie tabel 21.1.

Op vlak terrein wordt voor een vracht­auto maximaal 2,5 pae gerekend. SIMVRA is een computerprogramma dat het snelheidsverval van vrachtau­to’s berekent. Het snelheidsverval heeft consequenties voor ca­paciteit wegvak en is bepalend voor al dan niet toepassen van kruip- respectievelijk inhaalstrook.

Tabel 21.1 - Pae-waarden vrachtverkeer op enkelbaanswegen bij verschillende hellingspercentages

Lengte van de helling

(m)

Hellingspercentage

3%

4%

5%

6%

0 – 500

500 – 750

750 – 1000

1000 – 1500

2

2

3

4

2

2,5

4

5

2

3

5

8

2

4

8

8