Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Fasering betonconstructie in bouwput met bemaling

Artikel nr. 212

De hier beschreven werkwijze is gebaseerd op de gelijktijdige aanleg van een van elkaar gescheiden autotunnel (destijds A9, nu A22) en een spoortunnel onder het Noordzeekanaal nabij Velsen. De keuze voor deze uitvoeringsmethode werd beïnvloed door de in de grond aanwezige kleilaag die een scheiding vormt tussen het onderliggende zoete grondwater en het bovenliggende zoute grondwater. Deze scheiding moest na de aanleg van de tunnels weer worden hersteld. Hierdoor viel bijvoorbeeld de afzinkmethode af. Verder viel de aanleg min of meer samen met een verbreding van het Noordzeekanaal.

De fasering is schematisch weergegeven in figuur 212.1 en kan als volgt worden beschreven:

  • Fase 0: Beginsituatie.
  • Fase 1: In het midden van de waterweg wordt een cirkelvormige, rondom door grond gesteunde, bouwkuip gemaakt waarin tunneldeel 1 wordt gebouwd. De kistdam aan de kop van de bouwput heeft twee functies. Als onderdeel van bouwput A beperkt de kistdam, tezamen met een rondom de bouwput aangebracht damwandscherm, het waterbezwaar in de bouwput. Verder maken de ronde bouwkuip en deze kistdam het mogelijk de noordelijke kop van tunneldeel 1 zover mogelijk door te trekken zonder de doorvaartopening al te veel te beperken. In bouwput A wordt tegelijkertijd begonnen met tunneldeel 2.
  • Fase 2: Aan de zuidzijde is een deel van de bouwkuipwand verwijderd. De uitwendige steundruk voor de bouwkuipwand is overgenomen door het inwendig aangebrachte grondlichaam. Het noordelijk kopeinde van tunneldeel 1 is afgesloten met een kopschot. De bouw van tunneldeel 2 is zover gevorderd dat deze aansluit op tunneldeel 1.
  • Fase 3: Bouwput A is aangevuld en aan de zuidzijde is een nieuwe doorvaartopening aangelegd. Een tweede kistdam is aangelegd over tunneldeel 1/2. Deze kistdam is een onderdeel van bouwput B.
  • Fase 4: De noordelijke doorvaartopening is afgesloten en de noordelijke bouwput is gegraven. Aansluitend op tunneldeel 1 wordt tunneldeel 3 gebouwd
  • Fase 5: Eindsituatie. Tunneldeel 3 is gebouwd. De waterweg is in de oorspronkelijke staat hersteld.

Kritische aspecten:

  • bemaling bouwputten;
  • bedijking bouwputten;
  • aansluitingen van de verschillende bouwfasen.

Toepassing

Een gefaseerde bouw in bouwputten kan worden toegepast bij de bouw van het gesloten gedeelte van tunnels met bijbehorende overgangsgedeelten en toeritten.

Voorwaarden

Een gefaseerde bouw in bouwputten kan worden toegepast als:

  • de waterweg breed genoeg is (gemaakt);
  • bemaling is toegestaan;
  • gedeeltelijke belemmering scheepvaart is toegestaan.

Voor de bouw van de toeritten dient tevens voldoende bouwruimte beschikbaar te zijn.

Figuur 212.1 - Fasering betonconstructie in bouwput met bemaling (tunnel Velsen)