Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Natuurlijke bodemafdichting

Artikel nr. 203

 

In grote delen van Nederland komt klei voor. Voor deze bouwmethode kan gebruik worden gemaakt van een enkele ononderbroken dikke laag of meerdere, eventueel onderbroken, dunne lagen. Ook als er slechts een aantal dunne kleilaagjes aanwezig zijn, kan deze constructie worden toegepast. De cement-bentoniet wand doorsnijdt in dit geval een aantal laagjes zodat toch voldoende afdichting wordt verkregen. Een zorgvuldig vooronderzoek is nodig om vast te stellen of de kleilaag/lagen geschikt is/zijn.

Dit onderzoek moet gegevens opleveren over de doorlatendheid van de laag, de dikte van de laag en de diepteligging van de laag. Voor de diepteligging van de kleilaag geldt:

  • bij een te kleine diepteligging kan het opbarsten kritisch zijn;
  • bij een te grote diepteligging kan de bouwmethode te duur worden.

Als geen geschikte natuurlijke laag aanwezig is, kan kunstmatig een bodemafdichting worden aangebracht.