Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Voor het ontwerp van de beveiliging van een tunnel tegen inbreuken op de functionaliteit van de spoorweginfrastructuur en het spoorverkeer, alsmede tegen onbevoegd betreden van de tunnel en de veiligheid van de inpassing van de tunnel in de omgeving, dient wettelijk een risico analyse te worden uitgevoerd. Dit geschiedt conform de Richtlijn RLN 000289-7 “Inrichting Security Tunnels” [127]. Hiermee kan voor de betreffende tunnel een Basis Security Niveau worden vastgesteld (BSN waarde), aan de hand hiervan kan worden bepaald aan welke veiligheidseisen t.a.v. de omgeving het ontwerp dient te voldoen.