Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Kozijn en deur vluchtdeur (draaideur)

Artikel nr. 489

Functie

Waarborgen vluchtroute en bescherming van kabels en leidingen van de tunnelinstallatie. Een kopdeur biedt bij evacuatie een veilige uitgang uit het middentunnelkanaal.

Toepassingen

In overgangsgedeelten toegang bieden tot hoofdwaterkelder. In toeritten toegang bieden van vluchtpad naar middentunnelkanaal.

Detailontwerp

Een zelfsluitende brandwerende draaideur (type BDD/4k/100), welke bij een Hydrocarboncurve aan de volgende eisen voldoet:

  • 120 minuten vlamdicht;
  • 30 minuten thermisch isolerend (Dt gem. 140°C, Dt max. 180°C t.p.v. oppervlak binnenzijde vluchtdeur).

Het kozijn en de deuromranding zijn opgebouwd uit speciale stalen warmteïsolerende profielen. Het deurpaneel is gebouwd uit twee staalplaten, waartussen brandvertragende materialen (Promatect-T en Rockwool Conlite P) zitten.

Alle aan de tunnelzijde zichtbare delen van de deur poedercoaten in de kleur groen (RAL 6024). De andere kant van de deur poedercoaten in de kleur grijs (RAL 7035).

Kopdeuren in het middenkanaal zijn van binnenuit te openen door middel van een panieksluiting. Van buitenaf zijn ze te openen met een driekantsleutel. De buitenkant van de kopdeur heeft geen handgreep. Kopdeurconstructies kennen een brandwerendheidsklasse EW voor 120 minuten overeenkomstig met de NEN 6069, waarbij de Hydrocarbon kromme als bedoeld in NEN-EN 1991-1-2/NB [103] wordt gehanteerd.

Motivering

Alhoewel een draaideur in feite de preferabele oplossing is conform het Bouwbesluit wordt de hier omschreven vluchtdeur in de vluchtroute alleen toegepast als er geen ruimte is voor een schuifdeur. Dit is enkel het geval bij de uiteinde van het middentunnelkanaal. Bij de overige locaties dient een schuifdeur te worden toegepast overeenkomstig met de BSTTI [80]. De schuifdeur is in feite een toegestane uitzondering vanwege de overdruk problematiek

Conservering

Stalen onderdelen bij voorkeur uitvoeren in RVS.

Alle stalen onderdelen van de deur alzijdig voorzien van een tweelaags poedercoatsysteem met een gemiddelde laagdikte van 120 mu.

Figuur 489.1 - Kozijn en deur vluchtdeur (draaideur)

Aspecten ten aanzien van de RAMS-score

Tabel 489.1 - Aandachtspunten RAMS-criteria

Variant

Draaideur

R

Reliability
(Betrouwbaarheid)

Goed, geen bijzonderheden.

A

Availability
(Beschikbaarheid)

Goed, geen bijzonderheden.

M

Maintainability
(Onderhoudbaarheid)

Goed, geen bijzonderheden.

S

Safety
(Veiligheid)

Matig, enkel toepassen bij einde middentunnelkanaal