Functie
Mantelbuis ten behoeve van het doorvoeren van bekabeling.
Doel
De verlichting in het gesloten tunnelgedeelte voorzien van bekabeling.
Detailontwerp
Zie figuur 290.1 en figuur 290.2.
De verlichting wordt altijd loodrecht ten opzichte van hart streep op het plafond geplaatst. Bij drie rijstroken komen er twee verlichtingslijnen. Bij twee rijstroken komt er maar één verlichtingslijn.
In langsrichting van de tunnel is de plaats van de verlichting bepalend in verband met tegenstraalverlichting.
Voor de lijn- en tegenstraalverlichting kan dezelfde instorting gebruikt worden.
De hart-op-hartafstand moet voor beiden apart bepaald worden.
De doorvoeren worden gemaakt met PE-HD- buizen Ø 63×55,8 mm.
Bijbehorende details en gegevens
Zie ‘Verlichting verkeerstunnel’ in Achtergrond met betrekking tot ingestorte mantelbuizen en sparingen.