Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Dienstgebouw spoortunnel

Artikel nr. 446

De Hanzelijn kruist het Drontermeer met een 800 meter lange tunnel. Op beide tunnelportalen zijn dienstgebouwen gesitueerd. De tweesporige tunnel is voorzien van een middenwand. In geval van een calamiteit kunnen reizigers vluchten van één tunnelbuis naar de andere door de vluchtdeuren. De tunnel is onbemand.

Figuur 446.1 - Dienstgebouw Drontermeertunnel

De volgende ruimtes zijn in de dienstgebouwen opgenomen:

  • Inkooppunt;
  • HS-ruimte;
  • Trafo-ruimte;
  • LS-ruimte;
  • No Break ruimte;
  • NSA-ruimte;
  • Tunnel control ruimte;
  • Besturingsruimte;
  • Telecomruimte;
  • HVAC-ruimte.

Onder alle vloeren is een kabelkelder aanwezig. De tunnel control-ruimte, No-Breakruimte, Besturingsruimte en telecomruimte zijn voorzien van een verhoogde systeemvloer. Dit biedt de mogelijkheid om gemakkelijk extra kabels aan te brengen of wijzigingen door te voeren. De overige vloeren zijn betonvloeren. Deze zijn voorzien van sparingen om leidingen naar de kabelkelder te voeren. In het geval van de LS-ruime zijn dit bijzonder veel sparingen.

Figuur 446.2 - Plattegrond dienstgebouw Drontermeertunnel

Figuur 446.3 - Langsdoorsnede dienstgebouw Drontermeertunnel

Figuur 446.4 - Dwarsdoorsnede dienstgebouw Drontermeertunnel

Vanuit de spoortunnelbuizen zijn vluchttrappenhuizen naar maaiveld aanwezig. Deze kunnen ook door de brandweer worden gebruikt voor betreding van de tunnel.

De traforuimtes zijn aan de gevel gelegen waardoor deze goed bereikbaar zijn voor het inhijsen van zware transformatoren. Het inkooppunt is met een eigen toegangsdeur in de buitengevel bereikbaar voor de netbeheerder.

De draagconstructie bestaat uit prefab betonnen wanden, aan de binnenzijde afgewerkt met isolatie en systeemwanden. Aan de buitenzijde zijn prefab betonnen gekleurde gevelplaten toegepast en corten-stalen lamellen. Het dak is gemaakt met een breedplaatvloer, PS-isolatie en EPDM-dakbedekking.