De ROK [27] schrijft voor tunnels ten minste de volgende ontwerplevensduren voor:
- 100 jaar voor alle onderdelen van de hoofddraagconstructie;
- 100 jaar voor alle niet vervangbare essentiële onderdelen;
- 50 jaar voor vervangbare onderdelen van beton;
- 25 jaar voor vervangbare onderdelen anders dan van beton.
Conform de ROK [27] worden met ”essentiële onderdelen” die onderdelen bedoeld waardoor bij falen de constructieve veiligheid, gebruiksveiligheid of beschikbaarheid van de tunnel in gevaar kan komen. Een voorbeeld is een OMEGA-profiel bij afgezonken tunnels.
De eis voor vervangbare onderdelen van beton is hoger gesteld dan onderdelen anders dan van beton, omdat, ten opzichte van bijvoorbeeld staal, de eis van 50 jaar tegen relatief geringe kosten gerealiseerd kan worden. Hitte werende en akoestische bekleding, inclusief bevestiging, wordt geacht een ontwerplevensduur van minimaal 25 jaar te bezitten.
Betreffende bevestigingsmiddelen wordt in de ROK [27] gewezen op artikel 4.1 van de norm over ontwerp en berekening van betonconstructies [NEN-EN 1992-1-1;2011]. Hier staat dat direct of indirect aan de lucht blootgestelde bevestigingsmiddelen moeten bestaan uit een corrosiebestendig materiaal, tenzij ze kunnen worden geïnspecteerd en vervangbaar zijn. In dat geval mogen ook corrosiegevoelige materialen worden gebruikt, mits voorzien van een beschermende bekleding.
Indien de ROK niet van toepassing is, zijn de genoemde eisen voor vervangbare onderdelen ook niet van toepassing. De keuze van de ontwerplevensduur voor deze onderdelen zal in die gevallen bepaald worden door andere argumenten. Voor een in gebruik zijnde tunnel is de duur van de niet-beschikbaarheid het belangrijkst.