Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Seismische belastingen

Artikel nr. 77

In hoofdstuk 11 van ROK [27] wordt verwezen naar NEN-EN 1998 [104]. In het algemeen zijn monoliete ondergrondse constructies, zoals tunnels, of onderdelen daarvan niet bijzonder aardbevingsgevoelig als:

  • deze niet vrij kunnen bewegen ten opzichte van het omliggende grondmassief;
  • liquefaction uitgesloten is. Verondersteld mag worden dat liquefaction in zand niet optreedt als de conusweerstand ten minste 6 MPa bedraagt. Naast de conusweerstand ook de korrelgrootte en korrelvorm een rol spelen.

Te allen tijde dient lokale kennis te worden vergaard.

In de ROK [27] is aangegeven voor welke delen van Nederland geen aardbevingsbelasting in beschouwing behoeft te worden genomen.