Volgens OVS00201 –V001 Spoortunnels >250 m [24] dient conform eis 3.1.1.12 de hittewerendheid van alle constructies, met uitzondering van de tussendeuren, met betrekking tot bezwijken ten minste 60 minuten te bedragen op basis van de standaard tunnelbrandkromme. De integriteit van de volgende constructies/constructieonderdelen dient ten gevolge van een brand ten minste de temperatuursbelasting conform de tunnelbrandkromme te kunnen weerstaan gedurende 120 minuten volgens eis 3.1.1.19 [111]:
- De vloer-, wand- en dakconstructie van de tunnel;
- Eventuele dilatatievoegen;
- Deuren in compartimentscheidingen tussen twee tunnelbuizen;
- Deuren in compartimentscheidingen tussen een tunnelbuis en een nooduitgang;
- Deuren in compartimentscheidingen tussen een tunnelbuis en een technische ruimte met een functie voor zelfredzaamheid en/of de hulpverlening.
Onder integriteit wordt verstaan dat de tunnel na het optreden van een grote brand repareerbaar is en niet als verloren mag worden beschouwd.
In eis 3.1.1.20 [111] staat aangegeven dat de in een tunnel toegepaste constructieonderdelen, toegepaste materialen of installaties, uitgezonderd kabels, brandveilig dienen te worden uitgevoerd. Aan deze eis is voldaan indien aan één van de volgende eisen wordt voldaan:
- De materialen zijn gecompartimenteerd ten opzichte van de tunnel met een WBDBO van 60 minuten.
- De materialen van constructieonderdelen voldoen aan klasse A2 van NEN-EN 13501-1.
- De materialen van de tunneluitrusting voldoen aan klasse B van NEN-EN 13501-1.
Voor “Korte spoortunnels en verdiepte bakken” is momenteel OVS 00030-3-V002 [100] in ontwikkeling bij ProRail.
Kennisbank