Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Overlast door trillen of heien

Artikel nr. 143

Zie voor dit hoofdrisico ook [10] bijlage 2, code O2.

Het inbrengen van kerende wanden en/of funderingspalen kan onder andere geschieden door de elementen te trillen of door te heien. Deze werkwijze leidt tot het genereren van trillingen in de ondergrond en geluid en kan bijgevolg leiden tot overlast c.q. hinder in de omgeving.

Tevens kunnen trillingen technische processen in of buiten gebouwen verstoren die daarvoor gevoelig zijn. Geluidsoverlast kan vooral een rol spelen als de daarvoor gestelde geluidsnormen worden overschreden of door de aanwezigheid van geluidsgevoelige objecten in de omgeving, zoals scholen en ziekenhuizen.

De eerste circulaire waar (strenge) richtlijnen worden gegeven voor de beoordeling van het bouw- en slooplawaai dateert uit 1981, de laatste uit 2010. In het Bouwbesluit 2012 [75] is nu een formeel juridisch kader gecreëerd dat uitstijgt boven het niveau van een circulaire.

Het bevoegd gezag, meestal de gemeente, kan ontheffing verlenen.

Bij de Combitunnel Nijverdal is, in overeenstemming met de gemeente, een eis van maximaal 98 db(A) gedurende 30 werkdagen van 12 uur gehanteerd (niet in het weekend). De gemeente Hellendoorn had bij de bouw van de Combitunnel Nijverdal de voorkeur boven ‘kort en zeer lawaaiig’ t.o.v. ‘langdurig en minder lawaaiig. Dat is een afweging door het betreffende locale bevoegde gezag.

Trillings- en geluidsoverlast kan niet alleen bij heien en trillen worden ervaren, maar ook bij overige bouwactiviteiten. Over het algemeen veroorzaken ze dan minder overlast dan heien en trillen. Voor achtergronden over bouwtrillingen wordt verwezen naar (SBR Richtlijnen A t/m C [28]).

Figuur 143.1 - Mobiel geluidscherm bij bouw Combitunnel Nijverdal