Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Grenswaarden voor infrastructuur

Artikel nr. 148

Op en vlak onder maaiveld zijn vaak voorzieningen als kabels en leidingen, alsook tramrails en wegverharding aanwezig, waarvan de vervormingen tijdens het ontwerp en de uitvoering beheerst dienen te worden. Voor kabels en leidingen zijn hiervoor door Attewell en Yeates [78] grenswaarden bepaald. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen taaie leidingen, brosse leidingen en kabels met ieder hun eigen vervormingscapaciteit (toelaatbare rek). In algemene zin stellen Attewell, Yeates en Selby [78] dat brosse leidingen 10 mm zakking moeten kunnen ondergaan, en taaie (ductiele) leidingen 50 mm. Voor kabels worden door Attewell en Yeates geen grenswaarden genoemd. Voor kabels, leidingen, tramrails, wegverhardingen, rioleringen et cetera dienen grenswaarden in overleg met de eigenaren/beheerders te worden bepaald.