Tijdelijke damwanden worden na gebruik vaak weer getrokken. In polders of andere gebieden waar sprake is van een gelaagde bodem met waterremmende lagen en wisselende stijghoogtes, wordt hierbij vaak geëist dat de sleuf wordt gedicht d.m.v. bentoniet injectie om ongewenste (verticale) grondwaterstromingen na het trekken te voorkomen. Dit wordt reparerend trekken genoemd.
Bij het trekken van de wanden treden veelal relatief grote zakkingen en horizontale grondverplaatsingen op. Dit is een probleem als in de omgeving van de combiwand zettingsgevoelige constructies aanwezig zijn. Daarnaast moet de invloed van de grondverplaatsingen en zakkingen op de fundering van de tunnel worden onderzocht.
Bij de Hogesnelheidslijn Zuid was het referentieontwerp van diverse kunstwerken voorzien van combiwanden die in veel gevallen geen definitieve functie hebben. Om die reden is door de HSL organisatie een praktijkproef uitgevoerd naar de mogelijkheid van trekken van deze wanden, zie ook het artikel: Trekken van lange combiwanden [85]. Hieruit is gebleken dat de te verwachten grondverplaatsingen in dat geval zeer aanzienlijk zijn. Om deze reden is het trekken van combiwanden niet gebruikelijk.
Kennisbank