Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Stempelramen

Artikel nr. 575

Na het inbrengen van de damwandconstructie wordt de stempelraamconstructie aangebracht.

 

Hoogtemaatvoering geschiedt met een laser en/of met een waterpastoestel. Een vaste hoogte wordt verklikt aan de binnenzijde van de bouwkuip op de damwand. De h.o.h. afstand van de stempels wordt gemaatvoerd vanaf de hoekpunten van de bouwkuip, gemeten vanaf het hart van de kopschermen en langsschermen.

 

De gordingen, stempels en schoren voor de stempelramen worden doorgaans op het werk geleverd op vrachtwagens en gelost met een shovel. Na het lossen worden de profielen ter plaatse op maat gebrand (op basis van in het werk ingemeten maten) en worden de laswerkzaamheden voor de kopplaten en verstijvingsschotten uitgevoerd. Alle gordingen en stempels worden voorzien van een merk zodat ter plaatse duidelijk is welk onderdeel waar gemonteerd moet worden. De profielen worden met een shovel naar de hijskraan verplaatst.

 

Nadat de bouwkuip tot onder het niveau van de oplegconsoles is uitgegraven, worden de consoles aan de damwand gelast. De gordingenbalken bestaan doorgaans uit twee of meer gekoppelde H-profielen. Het aanbrengen gaat als volgt:

  • aanbrengen eerste laag van de gordingbalken;

  • verstijvingschotten lassen en doorkoppelen gordingbalk;

  • aanbrengen tweede laag van de gordingbalken;

  • verstijvingschotten lassen en doorkoppelen gordingbalk.

 

Voor het inhijsen van de stempels dient een kraan te worden ingezet. Zonodig worden de gordingen m.b.v. een kettingtakel strak tegen de stempelbuizen getrokken. Na het inhijsen worden de stempels en schoren vast gelast aan de gordingbalken. De machinist van de kraan communiceert met zijn hijsbegeleider middels handgebaren. Indien er geen visueel contact mogelijk is, geschiedt de communicatie middels portofoons of gelijkwaardig. Dit is niet anders dan andere hijsactiviteiten op de bouwplaats.

 

Tussen de damwand en de gordingen wordt een eventuele spleet (afhankelijk van de dikte) opgevuld met staalplaten of een groutzak. Hiermee kunnen walstoleranties en hoekverdraaiingen worden opgevangen, evenals bouwtoleranties van de kuipwanden. Voor het verwijderen van de stempels kan gebruik worden gemaakt van vijzelstempels. Hiermee wordt de stempel losgedrukt. Ook kan het grout worden weggehakt. Vijzelstempels worden niet vaak toegepast, omdat ze bewerkelijk zijn.

 

De stempelkop wordt standaard uitgevoerd met kopplaten. Het is mogelijk om deze middels een zandpot af te laten dragen op de gording. Een zandpot is een stalen ring die gevuld is met droog rondkorrelig zand. Middels een stalen plaat die nauw aansluit op deze stalen ring, kan de stempelkracht via het zand overbracht worden naar de gording. Vóór het verwijderen van de stempel wordt het zand uit de zandpot gespoeld, waardoor de kopplaat naar binnen komt en het stempel los komt te liggen. Hierbij hoeft dus geen gebruik te worden gemaakt van vijzelstempels.

 

Pas nadat het stempelraam is geïnspecteerd en de lassen zijn onderworpen aan de vereiste testen, mag de kuip verder worden ontgraven. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld bij de observational method, kan ervoor worden gekozen om de stempelkrachten tijdens ontgraven te monitoren d.m.v. reksensoren.