Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Afzinken folieconstructie

Artikel nr. 193

De folieconstructie werd in het verleden op een speciale wijze afgezonken vanaf een ponton­constructie die de gehele cunetbreedte besloeg. Het afzinkponton had de vorm van het bodempro­fiel om plooien in de folie te vermijden tijdens het afzinkproces. Verder zijn op het ponton remrollen aangebracht om de folie geleidelijk en gecontroleerd af te kunnen zinken. Door het tegelijkertijd verhalen van het ponton en het verpompen van water van voor/onder de folie naar achter/boven de folie daalt de folie op de bodem neer. Als de folieconstructie niet gelijkmatig van vorm is, bijvoorbeeld schuine beëindigingen of hoekstukken ter plaatse van de aansluiting met een bakconstructie, dan wordt gebruik gemaakt van extra drijvers.

Tegenwoordig wordt veelal een methode zonder speciale pontonconstructie gebruikt. De folie wordt drijvend gehouden met behulp van drijvers en over het water naar de andere oever getrokken. Door vervolgens voorzichtig water van onder de folie op de folie te pompen zakt de folie naar beneden richting het gegraven cunet, zie figuur 193.1. Voor verdere details wordt verwezen naar de het handboek folieconstructies (CUR 221) [9].

Figuur 193.1 - Afzinken folieconstructie met behulp van drijvers