Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Gegroute fundering

Artikel nr. 680

In sommige situaties is het niet mogelijk om een zand of grind fundering toe te passen. Bij grote dieptes of stroomsnelheden is het aanbrengen en handhaven met de vereiste tolerantie niet altijd mogelijk. Een alternatief wat buiten Nederland wel is toegepast, is de gegroute fundering.

In dat geval worden de tunnelelementen afgezonken op een grindbed, waarbij grotere uitvoeringstoleranties toelaatbaar zijn dan bij de eerder genoemde grindruggen. Vervolgens wordt, na het plaatsen van het tunnelelement, grout geïnjecteerd door een zelfde soort buizensysteem als bij de zand onderstroom techniek. De groutlaag dient minimaal 100 tot 150 mm dik te zijn. Gezien de relatief hoge kosten van het grout als vulmateriaal en de benodigde hoeveelheid is het ook gewenst deze dikte zoveel mogelijk te beperken.

Voor uitgebreidere informatie over deze funderingstechniek wordt verwezen naar Baber en Lunnis [134], pagina 337.

Figuur 680.1 - Gegroute-fundering