Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Te grote vervormingen of (lokaal) bezwijken van de bouwputwand tijdens ontgraven

Artikel nr. 134

Zie ook [10] bijlage 2, code O1.5.

Bij (te) grote vervormingen van de bouwputwand of het (lokaal) bezwijken daarvan, treden grote vervormingen op van het grondmassief achter de bouwputwand. Indien binnen het invloedsgebied belendingen of andere constructies aanwezig zijn, kan dit leiden tot zakkingen. Dit geldt niet alleen voor belendingen die op staal zijn gefundeerd, maar ook op palen gefundeerde panden. Door de beweging of ontspanning van het grondmassief kan bij paalfunderingen een deel van de positieve wrijving wegvallen of zelfs tijdelijk in een negatieve kleefbelasting veranderen, kan de puntweerstand afnemen of kan een horizontale belasting op de paal ontstaan. Voor meer informatie over omgevingsbeïnvloeding door het maken van een bouwkuip met damwanden wordt verwezen naar deel 2 van CUR-publicatie 166 [7].

Er zijn verschillende factoren die kunnen leiden tot te grote vervorming of (lokaal) bezwijken van de bouwputwand:

  • De grondkering is slapper dan in de berekeningen verondersteld.
  • De sterkte van de grondkering is lager dan in de berekeningen verondersteld.
  • De belasting op de wand is groter dan verondersteld. De wand dient grond en (grond)water te keren. Hierdoor grijpen er belastingen op de wand aan door grond, water en bijvoorbeeld verkeer, en door materieel of materiaal dat naast de bouwput is opgesteld. Die krachten moeten opgenomen worden door de wand en de eventuele stempeling of verankering. Als de externe belasting hoger is dan in de berekening is aangenomen en/of de sterkte van de wand lager is dan de theoretische sterkte, kan dit leiden tot hogere spanningen in de wand dan wat opneembaar is.
  • De grondweerstand is lager dan verondersteld. Als de belasting hoger is dan in de berekening is aangenomen en/of de grondmechanische weerstand is lager dan de theoretische sterkte, kan dit leiden tot instabiliteit van de wand.
  • Het inbrengen van funderingselementen in de (gedeeltelijk) ontgraven bouwput.
  • Bij toepassing van onder een hoek geplaatste ankers speelt bij het voorgaande naast de horizontale stabiliteit ook het verticale draagvermogen van de damwand een belangrijke rol.

Voor een compleet overzicht van mogelijke faalmechanismen wordt verwezen naar Building response to excavation induced settlement [62]. Enkele achterliggende mechanismen worden hieronder belicht.

Figuur 134.1 - Bezwijken van de passieve zijde tijdens de ontgraving van de bouwput voor de bouw van het Gaag-aquaduct [159]