Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Sterkte van de grond tijdens de bouwfase

Artikel nr. 127

Grondkerende constructies worden vaak ontworpen met effectieve grondparameters (c` en φ`). Voor de waterspanningen wordt vaak uitgegaan van de waarden die op lange termijn ontstaan.

In het geval van een ontgraving is dit een veilige benadering. Het kan lonend zijn om de grondkerende grondconstructie niet op de eindsituatie maar op de tijdelijke situatie te dimensioneren. Dit is bijvoorbeeld het geval als de grondslag slecht doorlatend is en de ontgravingduur relatief kort is.

Direct na het ontgraven ontstaat in de slecht doorlatende lagen een ongedraineerde situatie. Dit betekent dat deze lagen in eerste instantie de initiële schuifsterkte behouden.

Deze situatie kan op twee manieren worden berekend:

  1. Door te rekenen met effectieve grondparameters; In de waterspanningen moet rekening worden gehouden met het nog niet aangepaste gedeelte van de waterdruk
  2. Door te rekenen met de ongedraineerde schuifsterkte (c`u;d)

In het handboek damwandconstructies CUR 166 [7] deel 2 paragraaf 4.4.6 en 4.8 staan deze werkwijzen beschreven.

In de praktijk levert het in rekening brengen van de ongedraineerde situatie vaak maar een beperkt voordeel op. Daarnaast is er vaak een stevige discussie over de mate van drainage en welke maatregelen nodig zijn als de waterspanningen tegenvallen.