Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Archeologisch onderzoek

Artikel nr. 604

Voorafgaand aan het werk dient een archeologisch vooronderzoek te worden uitgevoerd. Dit kan bestaan uit een bureauonderzoek en een inventariserend boor- en proefsleuvenonderzoek. Indien daarbij archeologische resten zijn gevonden of duidelijk is geworden of en waar die resten te verwachten zijn, worden doorgaans door opgraving de vindplaatsen onderzocht. Op die manier is de informatie gedocumenteerd en veilig gesteld en voldoet de aannemer aan de zorgplicht.

 

Tijdens het ontgraven kunnen echter altijd nog toevalsvondsten worden gedaan. Indien deze kans zich voordoet, wordt de aannemer vaak gevraagd om een Protocol Toevalvondsten op te stellen waarin staat hoe de aannemer vorm geeft aan de meldplicht. De verplichting om archeologische vondsten te melden bij de overheid en om de vondsten beschikbaar te houden voor wetenschappelijk onderzoek, is wettelijk vastgelegd. In voorkomende gevallen wordt in overleg bepaald wat er met de vondsten moet worden gedaan. De overheid heeft de wettelijke mogelijkheid om het werk stil te leggen, indien de minister dit expliciet verordonneert.