Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Strookbreedte

Artikel nr. 24

Ten aanzien van de strookbreedte wordt onderscheid gemaakt in:

  • de rijstrookbreedte;

  • de inhaalstrookbreedte;

  • de kruipstrookbreedte;

  • de kantstrookbtreedte.

 

Rijstrookbreedte

De rijstrookbreedte, gemeten tussen de deelstrepen respectievelijk kant- en deelstreep, is afhankelijk van de ontwerpsnelheid en bedraagt:

  • 100 km/h à 3,25 m;
  • 80 km/h à 3,10 m;
  • 60 km/h à 2,75 m.

De bepaling wijkt af van het gestelde bij (stads)autosnelwegen. Hier wordt de rijstrookbreedte gemeten hart op hart deelstrepen res­pec­tievelijk hart deel­streep en binnenkant kantstreep.

Wellicht zal in de toekomst ook bij niet-autosnelwegen op deze wijze de rijstrookbreedte worden vastgelegd.

 

Inhaalstrook­breedte

De inhaalstrookbreedte is gelijk aan de rij­strookbreedte. In­haalstroken zullen hoofdzakelijk door per­sonenauto’s wor­den be­re­den.

Kru­ipstrook­breedte

De kruipstrookbreedte is gelijk aan de rij­strookbreedte. Kruipstroken zul­len hoofdzakelijk door vrachtauto’s worden be­reden.

 

Kantstrookbreedte

De kantstrookbreedte is afhankelijk van de ontwerpsnelheid en bedraagt:

  • 100 km/h à 0,45 m;
  • 80 km/h à 0,45 m;
  • 60 km/h à 0,20 m.

 

De kantstrookbreedte is inclusief kant­streepbreedte.