Navigatie in het document kan op de volgende manieren geschieden:

  • Door in het linker deelvenster door te klikken van hoofdonderwerp naar subonderwerpen, totdat het gewenste subonderwerp is bereikt.
  • Door het invoeren van een zoekterm.
  • Door binnen een eenmaal geopend artikel door te klikken op hyperlinks in de tekst.

Het handboek is ingedeeld in een vijftal hoofdonderwerpen:

  • In ‘Introductie’ worden definities en terminologie vastgelegd, wordt ingegaan op de geometrie van tunnels voor verschillende doeleinden en worden bouwmethoden beschreven.
  • In ‘Ontwerpaspecten’ worden allereerst de algemene eisen en beoordelingscriteria omschreven en wordt onderscheid gemaakt tussen de ontwerpaspecten voor de uitvoering en de uiteindelijk te bouwen constructie. Hierbij komen zowel aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, als ontwerpmethoden aan bod.
  • In ‘Ontwerpaspecten Definitieve constructie’ en ‘Ontwerpaspecten Uitvoering’ komen de best practices aan bod, waarbij voor zover mogelijk onderscheid is gemaakt tussen tijdelijke en permanente constructies. Met tijdelijke constructies wordt hier vooral verwezen naar constructies die spelen in de bouwfase, dus onder dit hoofdonderwerp zijn de verschillende uitvoeringsprincipes ook uitgebreid terug te vinden.
  • In ‘Uitvoering’ tenslotte worden het uitvoeringsproces en verschillende uitvoeringsmethoden beschreven.

Spijlendeur

Artikel nr. 487

Functie

Er voor zorg dragen dat mensen, die gebruik maken van de vluchtgang in het middentunnelkanaal, niet de pompenkamer ingaan, maar in de juiste richting gestuurd worden, waardoor een goede doorstroming in de vluchtgang gewaarborgd wordt.

Toepassingen

In het middentunnelkanaal van verkeerstunnels in het gesloten gedeelte vlakbij de eerste vluchtdeur vanaf de middenpompenkelder en ter afsluiting van het dienstengebouw.

Detailontwerp

De deur is opgebouwd uit hoekstalen 60.40.6, waaraan pijpen rond 3/4” 3,9 mm zijn vastgelast. De schoren (plaat 25.8) zorgen ervoor dat de deur niet schrankt. De deur is opgehangen door middel van drie laspaummelles, die aan hoekstaal 75.50.7 gelast zijn. Het kozijn bestaat uit stijlen L 75.50.7, die gelast zijn aan horizontale regels UNP 80.45.6. Deze zijn door middel van boorankers M16 gemonteerd aan de wand.

De deur wordt in de rijrichting geopend om de gebruiker het zicht op het eventueel passerende verkeer niet te ontnemen.

Figuur 487.1 - Aanzicht spijlendeur

Motivering

Eenvoudige uitvoering.

Conservering

Alle stalen onderdelen en bevestigingsmiddelen moeten thermisch verzinkt worden.

Achtergronden

Indien het middentunnelkanaal geblokkeerd is door bijvoorbeeld de middenpompenkamer wordt er een spijlendeur zo dicht mogelijk (1 meter) bij de eerste vluchtdeur geplaatst. Zo wordt voorkomen dat vluchtende mensen de verkeerde (doodlopende) kant op lopen.

Het is wenselijk om één vluchtdeur zo dicht mogelijk bij de middenpompenkamer te plaatsen. Hierdoor kan er een spijlendeur vervallen.