Functie
Er voor zorg dragen dat mensen, die gebruik maken van de vluchtgang in het middentunnelkanaal, niet de pompenkamer ingaan, maar in de juiste richting gestuurd worden, waardoor een goede doorstroming in de vluchtgang gewaarborgd wordt.
Toepassingen
In het middentunnelkanaal van verkeerstunnels in het gesloten gedeelte vlakbij de eerste vluchtdeur vanaf de middenpompenkelder en ter afsluiting van het dienstengebouw.
Detailontwerp
De deur is opgebouwd uit hoekstalen 60.40.6, waaraan pijpen rond 3/4” 3,9 mm zijn vastgelast. De schoren (plaat 25.8) zorgen ervoor dat de deur niet schrankt. De deur is opgehangen door middel van drie laspaummelles, die aan hoekstaal 75.50.7 gelast zijn. Het kozijn bestaat uit stijlen L 75.50.7, die gelast zijn aan horizontale regels UNP 80.45.6. Deze zijn door middel van boorankers M16 gemonteerd aan de wand.
De deur wordt in de rijrichting geopend om de gebruiker het zicht op het eventueel passerende verkeer niet te ontnemen.
Motivering
Eenvoudige uitvoering.
Conservering
Alle stalen onderdelen en bevestigingsmiddelen moeten thermisch verzinkt worden.
Achtergronden
Indien het middentunnelkanaal geblokkeerd is door bijvoorbeeld de middenpompenkamer wordt er een spijlendeur zo dicht mogelijk (1 meter) bij de eerste vluchtdeur geplaatst. Zo wordt voorkomen dat vluchtende mensen de verkeerde (doodlopende) kant op lopen.
Het is wenselijk om één vluchtdeur zo dicht mogelijk bij de middenpompenkamer te plaatsen. Hierdoor kan er een spijlendeur vervallen.